Argumentatie: Ballondebat mediageletterdheid

Dit is een kritisch denkspel waarbij leerlingen doen alsof ze een bepaald mediakanaal of een bepaalde aanbieder van inhoud vertegenwoordigen en aan anderen bewijzen dat ze het waard zijn om in een neerstortende luchtballon te blijven.

Lesdoelen

  • Je comfortabeler voelen met spreken in het openbaar en de redenering achter je uitspraken uitleggen voor anderen
  • Op een leuke en interactieve manier je argumentatievaardigheden verbeteren

Activiteiten

Oefening (30 minuten) - Klassikaal of groepjes

De leerkracht legt de basisregels uit en zorgt ervoor dat de klas het spel begrijpt. De leerlingen spelen het spel.

Aim: leerlingen spelen het spel en oefenen argumentatie.

Discussie (15 minuten) - Klassikaal

De klas bespreekt het spel dat ze net hebben gespeeld.

Aim: studenten nadenken over de argumenten die ze hebben gehoord.

Pedagogische tips

  • Dit is een uitstekende introductie tot meer formele lessen over argumentatie en/of medialandschappen.
  • Je kunt de regels snel aanpassen aan het aantal leerlingen, hun kennisniveau, enz.

Oefening (30 minuten)

Dit is een eenvoudig spel met een eenvoudig en aanpasbaar uitgangspunt (pas het gerust aan of verander zelfs de context). Eerst moet elke leerling een mediakanaal uit zijn omgeving noemen. Als je veel leerlingen hebt (20-30) kun je dit uitbreiden tot de breedst mogelijke definitie van een mediakanaal en/of contentprovider. Laat de leerlingen specifieke mediakanalen en aanbieders van inhoud noemen die overeenkomen met de volgende (niet-uitputtende) lijst van categorieën:

  • Kranten (bijv. Bild, El Pais, Le Figaro...)
  • Online nieuwsportalen (bijv. Euronews, Index.hr, TechCrunch...)
  • Radiostations;
  • Televisiestations;
  • Beïnvloeders van sociale media;
  • Podcasts
  • ...

Elke leerling moet één specifieke media-aanbieder toegewezen krijgen. In het ideale geval een waar ze op zijn minst enigszins bekend mee zijn. Tijdens het spel vertegenwoordigen ze de aanbieder die ze toegewezen hebben gekregen.

Als je met een grote groep werkt (20-30 leerlingen), verdeel ze dan in verschillende "heteluchtballonnen" - groepen van maximaal 10 leerlingen. Verplaats de bureaus en stoelen om meer ruimte te creëren in het klaslokaal en laat elke groep in een cirkel staan.

Nadat alle leerlingen hun eigen mediaprovider hebben gekozen, vertel je hen over het scenario: ze zitten allemaal in een heteluchtballon. Toch staat de ballon op het punt neer te storten omdat hij te zwaar is, dus één mediavertegenwoordiger moet eruit gegooid worden. Ze moeten democratisch kiezen wie ze eruit gooien. Om dit te doen heeft iedereen 1-2 minuten om uit te leggen waarom ze in de ballon moeten blijven, met argumenten die het belang aangeven van het mediabedrijf of de content provider die ze vertegenwoordigen.

Nu moeten ze democratisch beslissen wie eruit wordt gegooid. Als je genoeg tijd hebt, laat de leerlingen dan meer mediavertegenwoordigers selecteren om eruit te gooien.

Discussie (15 minuten)

  1. Wat waren jullie belangrijkste criteria om te beslissen wie eruit wordt gegooid?
  2. Was er veel onenigheid in jullie groep over wie eruit gegooid moest worden? Waarom?
  3. Weerspiegelen de criteria die je koos om het belang van elke media-aanbieder te bepalen je eigen mediaconsumptiegewoonten, m.a.w. was de persoon die je er als eerste uitgooide de vertegenwoordiger van het type inhoud dat je het minst consumeert?