Mediaconsumptie: Kritisch lezen

Deze les richt zich op hoe we media consumeren, ongeacht welke media we consumeren. We kijken naar verschillende leestechnieken en richten ons op kritische leesvaardigheden. De les richt zich op het taalgebruik in media en hoe dat onze interpretaties beïnvloedt.

Lesdoelen

  • Leren hoe je inhoud kritischer kunt benaderen

Activiteiten

Theorie (10 minuten) - Docent

De leerkracht presenteert de basisprincipes van kritisch lezen en het belang ervan voor mediageletterdheid.

Aim: leerlingen leren over kritisch lezen.

Oefening (25 minuten) - Individueel werk of klassikaal

De leerlingen lezen een artikel en proberen te bepalen of het een specifiek standpunt inneemt over de besproken kwestie.

Aim: de leerlingen herkennen minder expliciete standpunten in media.

Theorie (10 minuten) - Docent

Docent presenteert de theorie van stakeholderanalyse en hoe deze van toepassing is op mediageletterdheid.

Aim: de studenten leren over stakeholderanalyse.

Oefening (20 minuten) - Groepswerk

De leerlingen lezen het artikel en analyseren het effect van motieven, beperkingen en gevolgen van het standpunt dat wordt ingenomen.

Aim: de studenten passen stakeholderanalyse toe op de analyse van media standpunten.

Discussievragen (20 minuten) - Klassikaal

De groepen presenteren hun werk en bespreken wat ze hebben geleerd en gemist.

Aim: de leerlingen reflecteren op hun werk en kijken of ze iets gemist hebben in hun eigen analyse.

Pedagogische tips

  • Tijdens de klassikale discussies benadrukt de leerkracht het belang van taalkeuzes bij het analyseren van mediaverhalen. De meeste discussies moeten echter gaan over de bevindingen/analyse van de leerlingen.
  • Zorg ervoor dat de leerlingen genoeg tijd krijgen om beide artikelen meerdere keren te lezen als dat nodig is - kritisch lezen kost veel tijd, vooral als de leerlingen er nog niet aan gewend zijn.
  • Je kunt de artikelen die in dit lesplan gebruikt zijn vinden onder "Bronnen", maar voel je vrij om ze te veranderen en aan te passen aan je behoeften (als je hulp nodig hebt om te zien hoe je materiaal van buitenaf kunt gebruiken in de klas, raadpleeg dan het hoofdstuk Voorbereiding lesmateriaal van de Melita Methodologische Gids)

Theorie (10 minuten)

Kritisch lezen is een fundamentele vaardigheid in mediageletterdheid die het analyseren en evalueren van geschreven of visuele inhoud inhoudt met een kritische en vragende houding. Het gaat verder dan het simpelweg absorberen van informatie; in plaats daarvan gaat het om actieve betrokkenheid bij het materiaal, het overwegen van het perspectief van de auteur en het beoordelen van de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de bron.

Kritische lezers stellen meerdere vragen, onderzoeken zorgvuldig het gepresenteerde bewijs en proberen de onderliggende aannames en mogelijke vooroordelen van de inhoud te begrijpen. Deze vaardigheid is van vitaal belang voor mediageletterdheid omdat mensen die hiermee zijn uitgerust beter kunnen navigeren door het enorme en vaak complexe landschap van beschikbare informatie. Het stelt leerlingen in staat om onderscheid te maken tussen betrouwbare, goed onderbouwde informatie en inhoud die misleidend, bevooroordeeld of zelfs onwaar kan zijn. Kritisch lezen bevordert ook het bewustzijn van de bredere maatschappelijke en culturele context waarin media worden gemaakt en geconsumeerd, wat een meer geïnformeerde, kritische en verantwoordelijke mediaconsument bevordert.

Kritisch lezen kan uitdagend en tijdrovend zijn voor leerlingen. De volgende vijf stappen geven hen een kader voor het kritisch lezen en onderzoeken van een nieuwsartikel. Ze zijn niet uitputtend, maar ze vormen een solide basis om iemands kritische leesvaardigheden op te bouwen:

  • Bekijk een voorbeeld van het artikel:
    • Voordat je begint te lezen, begin je met het scannen van het artikel om een overzicht te krijgen van de inhoud. Kijk naar de kop, subkoppen en eventuele begeleidende afbeeldingen of grafieken. Lees de inleiding en conclusie om de belangrijkste punten te begrijpen. Deze stap helpt om context te bieden voordat je in de details duikt.
  • Identificeer de auteur en bron:
    • Noteer wie het artikel heeft geschreven en kijk naar zijn of haar referenties en expertise. Identificeer ook de publicatie of website. Is het een gerenommeerde bron die bekend staat om accurate en betrouwbare informatie, of is het een platform met een mogelijke vooringenomenheid of agenda? Inzicht in de bron is cruciaal voor het beoordelen van de geloofwaardigheid van het artikel. Als je de auteur en/of uitgever niet kent, neem dan even de tijd om een kort onderzoekje te doen.
  • Analyseer de inhoud:
    • Lees het artikel grondig en let daarbij goed op het taalgebruik, de toon en de stijl. Houd rekening met het perspectief van de auteur en eventuele vooroordelen. Zoek naar ondersteunend bewijs of citaten om de betrouwbaarheid van de gepresenteerde informatie te beoordelen. Wees kritisch over beweringen zonder geloofwaardige bronnen.
  • Stel de aannames en argumenten in vraag:
    • Ga met de inhoud aan de slag door kritische vragen te stellen. Welke veronderstellingen maakt de auteur? Zijn er logische denkfouten of gaten in het betoog? Ga na of het geleverde bewijs de beweringen van de auteur ondersteunt en wees je bewust van eventuele tegenargumenten of alternatieve standpunten die niet aan bod zijn gekomen.
  • Denk na en formuleer je eigen mening:
    • Neem na het grondig lezen en analyseren van het artikel even de tijd om na te denken over wat je hebt geleerd. Overweeg of je de informatie overtuigend vindt en of het overeenkomt met andere gerenommeerde bronnen die je bent tegengekomen. Formuleer je eigen mening op basis van je kritische beoordeling van de inhoud.

Oefening (25 minuten)

  • 15 minuten: Geef de leerlingen het eerste artikel en geef ze wat tijd om het te lezen. Ze moeten het artikel zelfstandig lezen en daarna de 5 stappen van kritisch lezen doorlopen.
  • 10 minuten: De klas bespreekt als groep de antwoorden op de 5 vragen en probeert de vraag van de docent te beantwoorden: Neemt dit artikel een standpunt in?

Theorie (10 minuten)

Invoering van stakeholderanalyse

Stakeholders zijn actoren (sociale groepen, organisaties) die beïnvloed worden door een bepaalde beslissing/gebeurtenis. Als er bijvoorbeeld over arbeidswetgeving wordt gesproken, zijn de belanghebbenden werknemers en werkgevers, omdat ze allebei beïnvloed worden door de veranderingen in de arbeidswetgeving.

Stakeholderanalyse analyseert motieven, beperkingen en gevolgen voor belanghebbenden.

  • Motieven: Welke drijfveren bepalen het gedrag van de belanghebbenden? De meeste werkgevers zijn bijvoorbeeld gemotiveerd om hun winst te maximaliseren.
  • Beperkingen: Wordt het nastreven van hun motieven beperkt door externe factoren? Bijvoorbeeld, wetten en normen die arbeidsrelaties reguleren beperken werknemers en werkgevers.
  • Gevolgen: Wat kan de actor winnen of verliezen? Welke keuzes zijn voor hen te verkiezen? Kortom, dit evalueert welke optie duurder is voor een actor om te ondernemen.

Stakeholderanalyse en mediapositionering

Stakeholderanalyse is nuttig om te begrijpen waarom media werken zoals ze werken.

Ten eerste helpt het ons na te denken over de motieven. Net als andere particuliere bedrijven werken de meeste media met een winstoogmerk (volledig door de overheid gefinancierde media, zoals de BBC, vormen hierop een uitzondering). In het medialandschap uit zich dit in de wens van mediakanalen om hun publiek te vergroten - hoe groter het publiek, hoe groter de winst.

Ten tweede zet het ons aan tot nadenken over beperkingen. Media-eigendom is belangrijk, omdat eigenaren (publiek of privaat) aanzienlijke controle kunnen uitoefenen over redactioneel beleid (traditionele media) of gedragsregels (sociale media).

Tot slot worden we geïnstrueerd om na te denken over de gevolgen. Het innemen van bepaalde standpunten kan schadelijk zijn voor de media, omdat het lezers van zich kan vervreemden (wat de winstprikkel ondermijnt) of een tegenreactie van eigenaars kan uitlokken. Bovendien reageren media op externe eisen en beperkingen en geven ze deze vorm door de verhalen die ze uitdragen en de context waarop ze reageren.

Oefening (20 minuten)

  • 15 minuten: De leerlingen krijgen het tweede artikel en lezen het. Rekening houdend met alles wat ze geleerd hebben over stakeholderanalyse, analyseren ze het effect van de motieven, beperkingen en gevolgen van het standpunt.
  • 5 minuten: De leerlingen kiezen een presentator om voor hun groep te spreken en verzamelen al hun gedachten en bevindingen. Ze moeten ook minstens 2 vragen voorbereiden voor andere groepen - dit kan iets zijn waarover ze het oneens waren in hun eigen groepsdiscussies of iets waarover ze zich gepassioneerd voelen in dit artikel.

Discussievragen (20 minuten)

  1. Waarom is kritisch lezen belangrijk in het digitale tijdperk?
  2. Hoe kunnen kritische leesvaardigheden mensen helpen om verkeerde en desinformatie te herkennen?
  3. Welke rol speelt confirmation bias bij kritisch lezen en hoe kan het worden beperkt? (Gebruik deze vraag alleen als je lessen hebt gegeven waarin confirmation bias wordt genoemd OF als je leerlingen bekend zijn met het concept).
  4. Hoe kunnen kritische leesvaardigheden de samenleving als geheel ten goede komen?
  5. Wat zijn de ethische verantwoordelijkheden van mediamakers bij het faciliteren van kritisch lezen?